De voordelen van de participatiesamenleving

‘De klassieke verzorgingsstaat verandert langzaam maar zeker in een participatiesamenleving. Van iedereen die dat kan wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving’. Dit zei koning Willem-Alexander twee jaar geleden in zijn eerste troonrede. Het werden historische woorden: grootscheeps opgepikt door de media, hét woord van het jaar 2013 en inmiddels niet meer weg te denken uit ons collectieve vocabulaire. Aan het eind van 2015 zetten we de voor- en nadelen van de participatiesamenleving op een rijtje en schetsen we een beeld van de toekomst.

 

De term participatiesamenleving kwam in 2013 niet uit de lucht vallen. Al in 1991 sprak PvdA-leider Wim Kok het PvdA-congres toe met de woorden: ‘Wij zitten nu in een overgangsfase: van een verzorgingsstaat naar een werkzame, naar een participatiesamenleving’. Premier Balkenende noemde het in 2005 en in 2013 lanceerde het kabinet Rutte de participatiesamenleving dus opnieuw via de troonrede. Daarmee is de term al bijna 25 jaar oud. Maar bestaat de participatiesamenleving al niet veel langer, zonder het zo te benoemen? Onze voorouders waren toch ook gewend om voor elkaar te zorgen, in gezins- en familieverband, binnen de gemeenschap en op het niveau van de samenleving? Kijk maar naar organisaties als het Rode Kruis, sinds 1864 actief als vereniging van vrijwillige hulpverleners. Of de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij, in 1824 opgericht door verontruste burgers nadat veel mensen waren verdronken in zee. Ook dan al gaat het om burgers die vrijwillig de verantwoordelijkheid nemen om hulp te bieden of levens te redden. De participatiesamenleving is dus echt niet van vandaag of gisteren.

En die participatiesamenleving wordt in 2015 van links tot rechts door de politiek omarmd. Waarom? Omdat het begrip voldoende ruimte biedt om naar eigen politieke kleur in te vullen. De participatiesamenleving zou de vrijheid van burgers bevorderen (rechts), het maatschappelijk middenveld versterken en mensen meer naar elkaar doen omzien (midden) en burgers zouden geprikkeld worden om meer verantwoordelijkheid te nemen voor de noden om hen heen (links). Grote woorden! Maar wat zijn de voordelen van de participatiesamenleving?

Voordeel #1

Als eerste en in tijden van bezuinigingen misschien wel cruciaal: de participatiesamenleving is goedkoper dan de verzorgingsstaat. Al zullen tegenstanders wellicht aanvoeren dat goedkoop uiteindelijk duurkoop zal zijn.

Een paar cijfers: in 2015 bedragen de totale zorgkosten in Nederland 94 miljard euro. Dat is 15 procent van wat burgers en bedrijven in Nederland samen verdienen; het CPB berekende dat dit in 2040 kan stijgen tot 31 procent. Dat is heel veel geld. Geld dat niet uitgegeven kan worden aan beter onderwijs, onderhoud van wegen of het stimuleren van sport en bewegen. Investeren in een participatiesamenleving die onderling en tegen veel lagere kosten voor elkaar zorgt, lijkt dan een goed alternatief.

Lees hier meer.